Onze Italië-reis
Verslag van onze 11-daagse Italië reis "Toscane en Venetië" langs onder andere:
Chianciano Terme
Om zeven uur zitten we klaar, omdat we tussen zeven en acht uur met een Schiphol-taxi kunnen worden afgehaald. De taxi komt om acht uur. We zijn de enige passagiers, dus zijn we al vroeg op Schiphol. Omdat het mooi weer is zitten we een tijdje op een bank op het promenadeterras lekker in het zonnetje.
Na een kop koffie begeven we ons naar de gate. Om exact twaalf uur gaan we de lucht in. Het is een prima vlucht.
In het vliegtuig zien we iemand in het uniform van reisbureau De Jong. We denken dat het Deborah is, die we ook al als reisleidster in 2000 hadden tijdens onze Rome – Zuid-Italië reis. Onze indruk blijkt juist te zijn.
Precies op tijd landen we om vijf voor twee op het vliegveld van Pisa. Dat is een klein vliegveld met één landingsbaan.
De bus die ons naar het hotel moet brengen staat al klaar. Het is tweeënhalf uur rijden. Hoe zuidelijker we komen, hoe fraaier het landschap. Opvallend is de rood-bruine kleur van de geploegde akkers.
We logeren in hotel Alexander-Palmen in Chianciano Terme. Het is een mooi hotel. We worden ontvangen met een drankje. Het diner is prima.
Chianciano Terme heeft ongeveer 7500 inwoners en ligt op een hoogte van 475 meter boven de zeespiegel. Het is een kuuroord. Het bronwater van Acqua Santa zuivert de lever. Er zijn warmwater- en modderbronnen met een heilzame werking.
terug naar het begin
San Gimignano en Siena
Om acht uur verlaten we het hotel.
Eerst bezoeken we San Gimignano. Dat is een middeleeuw stadje met circa 7500 inwoners. Het is gelegen in de provincie Siena van de regio Toscane.
Het is bekend om zijn veertien torens die het silhouet van de stad domineren. Deze zijn in de 12de en 13de eeuw door rivaliserende rijke families opgetrokken. De torens deden dienst als woning en versterking, maar vooral als prestige object. Op haar hoogtepunt had de stad zo’n 70 torens.
San Gimignano is een van de best bewaarde middeleeuwse stadjes van Toscane.
Na bezichtiging van dit stadje gaan we naar Siena. (ongeveer 55.000 inwoners)
Siena was een Etruskische nederzetting en een kleine Romeinse stad. Tegen de vijfde eeuw na Christus werd het de zetel van een bisschop, maar pas vanaf de 12de eeuw begon het een stad van belang te worden, toen een autonome commune de eerdere aristocratische regering verving. De consuls die de republiek regeerden, begonnen langzaam maar zeker steeds meer het gewone volk of de poblani te omvatten, en de commune breidde haar territorium uit toen de omringende feodale adel in hun verstevigde kastelen zich onderwierpen aan de macht van de stad.
De universiteit van Siena, vermaard vanwege haar faculteiten van rechten en medicijnen, werd in 1203 opgericht. Tijdens de Middeleeuwen was Siena ook een rivaal van Florence op het gebied van de kunsten.
Siena werd zwaar gehavend door de zwarte dood van 1348 en heeft haar oude glorie nooit meer hervonden, mede omdat het de rivaliteit met Florence niet aankon. Tot 1557 behield Siena haar autonomie binnen Toscane.
Siena’s universiteit is nog altijd een van de belangrijkste universiteiten van Italië.
Siena bestaat uit 17 contrade (stadswijken) Elke contrade heeft zijn eigen naam, vaandel, kerk en paardenstal. De wijken doen mee aan de jaarlijkse Palio.
Eerst bezoeken we de Piazza del Campo, dat ook wel Il Campo wordt genoemd. Het is een van de mooiste pleinen van Europa. Het werd in 1100 aangelegd op het Romeinse Forum en was altijd al het centrum van het publieke leven. Tweemaal per jaar stroomt het plein vol voor de beroemde Palio, een bloedstollende paardenrace, die slechts 90 seconden duurt.
We bekijken het plein en de aangrenzende torens en palazzo’s uitvoerig. Daarna wandelen we nog wat door de stad.
We besluiten ons bezoek met een bezoek aan Siena’s kathedraal: De Duomo di Siena.
De kathedraal, waarvan met de bouw in de 12de eeuw werd begonnen, is een van de grote voorbeelden van Italiaanse gotische architectuur met markante romaanse strepen. De belangrijkste façade ervan werd in 1380 voltooid. De klokkentoren en het doopvont ervan vormen een fraai geheel. Binnen bevindt zich o.a. de bekende gotische achthoekige preekstoel, die door Nicola Pisano tussen 1266 en 1268 is vervaardigd.
Om half zeven zijn we weer terug in het hotel. Na het diner gaan we, vermoeid van alle indrukken, vroeg naar bed.
terug naar het begin
Assisi en Lago Trasimeno
We verlaten opnieuw om acht uur het hotel. Vandaag gaan we naar Umbrie, waar we eerst het beroemde Assisi gaan bezoeken.
Assisi is een historische stad met ongeveer 25.000 inwoners. Het is de stad van de 13de eeuwse heiligen Franciscus en Clara van Assisi en een bekende bedevaartsplaats, die ook door toeristen gewaardeerd wordt vanwege haar heuvelachtige, smalle en pittoreske straatjes. De stad biedt een imposant uitzicht op het dal van de Spoleto en wordt gedomineerd door de basiliek en de burcht Rocco Maggiore op de 1290 meter hoge Monte Subasio.
De belangrijkste toeristische attractie is de indrukwekkende Sint-Franciscusbasiliek. De kerk werd gebouwd op het graf van de heilige Franciscus. Hij leefde van 1181 tot 1226 en werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders en werd heilig verklaard door paus Greogorius IX op 16 juli 1228.
De basiliek bestaat uit een crypte, een benedenkerk en een bovenkerk en bevat vele prachtige fresco’s.
Het grootste plein van Assisi, de Piazza el Comune, wordt gedomineerd door de zuilen van de Romeinse tempel van Minerva, die bewaard is gebleven omdat men er in latere tijden een kerk achter gebouwd heeft.
In de veertiende eeuw werd hier het Palazzo del Popolo gebouwd, het gemeentehuis, dat nog steeds in gebruik is.
Op 26 september 1997 werd Assisi getroffen door een zware aardbeving, waarbij vier doden vielen. De basiliek werd ernstig beschadigd. Een deel van het gewelf stortte in. De restauratie van de kerk heeft twee jaar geduurd.
Na het bezoek aan Assisi rijden we naar het Lago Trasimeno voor een boottocht en een bezoek aan het eilandje Isla Maggiore. Op dit eilandje maken we een rondwandeling. Daarna zitten we nog een tijdje op een terrasje. Als we de boot terug nemen, begint het donker te worden en gaat waaien. Ook komt er onweer opzetten. Als we aanmeren, begint het echt hard te waaien, te onweren en te regenen. De bui barst nu goed los. Takken waaien van de bomen. We rennen hard naar de bus om niet al te nat te worden.
Op de terugreis naar Chianciano blijft het regenen en onweren. Ter plaatse aangekomen gaan we eerst naar een bedrijfje waar ze olijven tot olie persen. Hier krijgen we uitleg over het procédé en krijgen we een geroosterd broodje met knoflook, olijfolie en een glaasje rode wijn. Dat smaakt aan het einde van deze dag goed.
Om een uur of zeven zijn we weer terug in het hotel.
Morgenochtend moeten we weer vroeg op. Voor we naar bed gaan, pakken we de koffers in, want morgen gaan we naar een ander hotel.
terug naar het begin
Florence
Vandaag gaan we naar Florence. Om acht uur verlaten we het hotel. We rijden met de bus naar Prato en nemen daar de trein naar Florence.
In de hal van het station wacht een stadsgids, die ons gedurende tweeënhalf uur door het centrum van Florence zal rondleiden.
Florence is de hoofdstad van de regio Toscane en de provincie Florence. De stad telt circa 370.000 inwoners en ligt aan de rivier de Arno. Het is de bakermat van de renaissance en daarmee een van de bekendste cultuursteden van Europa.
Florence werd in het jaar 59 voor Chr. Gesticht door afgezwaaide Romeinse soldaten onder de naam ‘Florenta’ (bloei).
Florence werd eeuwenlang bestuurd door het bankiersgeslacht Medici, waarvan de meesten een grote belangstelling hadden voor de schilderkunst, beeldhouwkunst en literatuur.
Florence is de meest uitgesproken renaissancestad van Italië. Nergens anders in Italië bevinden zich zoveel gebouwen en kunstwerken uit deze periode.
Het belang van Florence als handelsstad blijkt onder meer uit het feit dat de plaatselijke munt, de florino d’oro of Gouden Florijn, zijn naam leende aan veel andere munten, o.a. aan de Nederlandse gulden, die aanvankelijk ook Gulden (gouden) Florijn heette.
Tijdens de rondleiding zien we o.a. de Ponte Vecchio (oude brug), die is gebouwd in 1345. Wat de Ponte Vecchio uniek maakt is de gang die boven de winkeltjes loopt. In vroegere tijden liepen de leden van de machtige Medici-familie hier doorheen, zodat ze zich niet onder het gewone volk hoefden te begeven.
Verder zien we Palazo Vecchio, Piazza della Signora, waar de beeldengroep staat met een replica van het beroemde beeld van David (Michelangelo); het Uffizi, één van de beroemdste kunstmusea ter wereld, Bargello, de Loggia dei Lanzi en de Santa Maria del Fiore (Duomo) met de beroemde koepel van Brunelleschi.
Het interieur van de kathedraal is opgeluisterd met fresco’s van Uccello, maar is verder vrij sober.
Na de lunch kunnen we op eigen gelegenheid Florence verder verkennen.
Wij bezoeken eerst de Santa Croce. Een gotisch pantheon voor cultuurhelden, met graftombes van Michelangelo, Machiavelli, Rossini en Galileï.
Daarna bekijken we het Baptisterium met de rijkversierde bronzen panelen in de toegangsdeuren: door Michelangelo de Paradijspoort genoemd. Binnen zijn schitterende 13de eeuwse mozaïeken te zien, die verhalen over Genesis tot aan het leven van Jezus.
Tenslotte bekijken we nog eens de vloermozaïeken in de Duomo.
Dan is het tijd om met de trein terug te keren naar Prato, vanwaar de bus ons naar ons volgende hotel (Parigi) brengt in Montecatini Terme. Daar arriveren we rond zeven uur.
Montecatini Terme ligt ook in de regio Toscane, in de provincie Pistoia. Het heeft ongeveer 21.000 inwoners. Montecatini Terme is een van de belangrijkste thermaalbadplaatsen van Europa. Het water van de bronnen zou vooral een heilzame werking hebben op de lever en het spijsverteringsstelsel.
Het Parco delle Terme verdeelt de stad in een modern en een ouder deel. Van de negen kuurinrichtingen is Tetuccio het bekendst. Dit weelderige gebouw is het symbool van Montecatini Terme.
Na een moeilijke tijd in de tweede helft van de twintigste eeuw, lijkt de badplaats aan het begin van deze eeuw weer uit een dal te kruipen.
Na het diner maken we nog een wandelingetje door het plaatsje en drinken we in het naastgelegen zusterhotel nog een glaasje. Hier is gezellige muziek en menigeen begeeft zich dan ook op de dansvloer.
terug naar het begin
Pistoia en Vinci
Vandaag kunnen we iets later opstaan, want we zullen om kwart voor negen vertrekken. Vandaag gaan we eerst naar Pistoia. Tijdens de rit hebben we een prachtig uitzicht op de bergen, waar op de toppen nog sneeuw ligt.
Pistoia is gelegen ten noordwesten van Florence. De stad telt ongeveer 85.000 inwoners en is de hoofdstad van de gelijknamige provincie, een van de kleinste van Italië.
Pistoia ligt in een vlakte aan de voet van de Appenijnen op 67 meter boven zeeniveau, aan de drukke snelweg van Florence naar de kust en Pisa.
De stad werd in de 2de eeuw voor Chr. Door de Romeinen gesticht om hun troepen in de strijd tegen de Liguri (Liguriërs) te ondersteunen. Zo werd het meteen een vesting van Rome.
Van 1565 hoorde Pistoia bij het Groothertogdom Toscane. In 1600 werd de latere paus Clemens IX in Pistoia geboren.
De stad kent veel industrie, met name metaalbewerking. De dolken die zich ontwikkelden tot handvuurwapens werden naar de stad pistole genoemd. Rond de stad liggen veel boom- en heesterkwekerijen.
We bekijken de bezienswaardigheden in deze stad, o.a.: de 12de eeuwse kathedraal San Zeno met veel schitterend zilver smeedwerk, Het Palazzo Communale uit de 13de eeuw, het 13de eeuwse baptisterium, het oude palazzo di Vescovi uit de 11de eeuw en het Ospedale del Ceppo met zijn bijzondere portiek.
Hierna bezoeken we Vinci. Even buiten dit bescheiden middeleeuwse plaatsje werd in 1452 een onwettig kind geboren, dat men Leonarde noemde. Hij zou uitgroeien tot een van de grootste wetenschappers en kunstenaars uit de geschiedenis. Zeer beroemd is zijn schilderij De Mona Lisa, dat zich in het Louvre in Parijs bevindt. Het 11de eeuwse Castello Guidi huisvest nu het museo Vinciano met meer dan 100 modellen van zijn uitvindingen.
Na dit bezoek rijden we terug naar ons hotel in Montecatini.
Na het diner gaan we een kabelbaan (funicolare) naar het hoger gelegen Montecatini Alto. Dit is ontstaan rond een gelijknamig kasteel. Van hier heb je een prachtig gezicht op het lager gelegen deel van het stadje. Hier lopen we wat rond en drinken we wat.
terug naar het begin
Pisa en Lucca
Vandaag verlaten het hotel opnieuw om kwart voor negen. Eerst gaan we Pisa bezoeken.
Pisa is een stad nabij de mond van de rivier de Arno in de regio Toscane. Het is tevens de hoofdstad van de provincie Pisa. De stad telt ongeveer 90.000 inwoners.
De stad is vooral bekend om zijn scheve toren. De Pisaans-Romaanse toren stamt uit 1173, maar begon al te hellen voordat de derde verdieping was voltooid. Naar verluidt liet Galileo voorwerpen van deze toren naar beneden vallen om de valeigenschappen te bestuderen.
In de Middeleeuwen was Pisa een van de vier maritieme republieken van Italië, samen met Venetië, Genua en Amalfi. In de 12de en 13de eeuw beleefde Pisa zijn glorietijd en veroverde de stadstaat onder andere Sardinië. In 1284 werd Pisa echter verslagen door Genua. In 1406 werd Pisa veroverd door de Florentijnen en was het definitief gedaan met de zelfstandigheid. Het behoorde later tot het Groothertogdom Toscane tot het in 1871 opging in Italië.
Galileo Galilei heeft zijn naam gegeven aan de internationale luchthaven van Pisa, de belangrijkste luchthaven van Toscane.
We bekijken de gebouwen aan het Campo dei Miracoli, het grote groene plein van Pisa. Eerst bezichtigen we de dom. Daarna gaan we naar het Baptisterium, de grootste van Italië. Het gebouw is van oorsprong romaans, maar heeft een gotische koepel. Het gebouw heeft een perfecte zeer bijzondere akoestiek, hetgeen ons wordt gedemonstreerd.
Vervolgens gaan we naar het Camposanta. Op dit voormalige overdekte kerkhof staan de resten van Romeinse sarcofagen. Er zijn bijzonder mooie exemplaren bij. Ooit konden de fresco’s wedijveren met die van de Sixtijnse kapel in Rome. Er is slechts een gedeelte bewaard gebleven, daar het gebouw in de tweede wereldoorlog ernstig beschadigd werd.
Tot slot van ons bezoek aan Pisa lopen we nog wat in de stad rond en drinken ergens koffie.
Helaas begint het aan het einde van ons bezoek aan Pisa te regenen.
Hierna gaan we naar een wijnboerderij in Montecarlo, waar we de lunch zullen gebruiken. Montecarlo is een kleine plaats met ongeveer4500 inwoners en ligt op 162 meter boven de zeespiegel.
Wij krijgen een heerlijke lunch voorgeschoteld, die onder andere bestaat Uit: brood, olijfolie, kaas, worst, pasta, zongedroogde tomaatjes met daarbij een heerlijke wijn. Als dessert crostini’s gedoopt in dessert wijn.
Hierna op naar Lucca.
Lucca is een stad in Toscane met ongeveer 90.00 inwoners. De stad is een van de rijkste steden van Noord-Italië, gelegen op ongeveer vijftig kilometer ten westen van Florence.
De stad, ooit door de Etrusken gesticht, heeft een lange historie en de romaanse dom verraadt al dat het daar in de 11de eeuw goed wonen was. Renaissance is op vele gebouwen van toepassing. Rondom de stad Lucca is een brede vestingmuur gebouwd, vooral tegen aanvallen vanuit Florence. De muur is echter nooit gebruikt voor militaire doeleinden. Ze is een keer gebruikt in de 19de eeuw om het stadscentrum niet te laten overspoelen door de buiten haar oevers tredende nabije rivier. De muur is vier kilometer lang en nog steeds in goede staat.
Lucca werd in 180 voor Chr. een onderdeel van het Romeinse rijk. Het rechthoekige schaakbordpatroon van het stadscentrum herinnert aan het Romeinse stratenplan van de vroegere Romeinse nederzetting Luca. Lucca was in de Romeinse tijd een tamelijk belangrijke stad, want het lag op een kruispunt van drie heerbanen: de Via Cassia, de Via Aurelia en de Via Claudia.
We beginnen ons bezoek aan Lucca met een wandeling over de vestingmuren. Daarna maken we een wandeling door het centrum van de stad en zien onder andere de Duomo di San Martini met het laatste avondmaal van Tintoretto, de San Michele in Foro, gebouwd boven op het Romeinse Forum en het Piazza dell’Anfiteatro op de plaats van het vroegere amfitheater. Het amfitheater uit de 2de eeuw na Chr. is in de loop van de eeuwen omgevormd tot een plein. De stenen van het theater werden gebruikt voor de bouw van huizen.
Na het bezoek aan Lucca gaan we weer terug naar ons hotel. Inmiddels is het ook weer opnieuw beginnen te regenen.
terug naar het begin
Bologna
Vandaag verlaten we Montecatini en gaan we richting Venetië.
Via de Appenijnen rijden we naar Bologna.
Bologna is een stad ten zuidwesten van Venetië. Het is de hoofdstad van de regio Emilia-Romagna. De stad heeft circa 450.000 inwoners.
Bologna is een universiteitsstad, De universiteit van Bologna is in 425 na Chr. gesticht als school voor rechten. Na de val van het Romeinse rijk eindigt het onderwijs aan deze school. Vaak wordt het jaar 1088 genoemd voor de instelling als universiteit; het is daarmee de oudste universiteit van Europa.
In de Etruskische tijd heette de stad Felsina. De Etrusken stichtten de stad rond 510 voor Chr. Ongeveer drie eeuwen later ging de stad deel uitmaken van het Romeinse Rijk.
Op 2 augustus 1980 werd de stad opgeschrikt door de zwaarste naoorlogse aanslag in de Italiaanse geschiedenis. De aanslag vond plaats op het station van Bologna.
We bezoeken gezamenlijk de universiteit. Hier bevindt zich onder andere een prachtige anatomie zaal en een zeer fraaie bibliotheek.
Hierna maken we aan de hand van een plattegrond van de VVV zelf een rondwandeling langs vele fraaie gebouwen.
Bologna is beroemd om zijn arcaden, die gezamenlijk een lengte van vijfenveertig kilometer hebben. Tijdens de rondwandeling bekijken we o.a. de Kathedraal San Pietro, waarvan slechts de onderzijde van de façade met marmeren platen is bekleed. Daarna was het geld kennelijk op. Verder lopen we over het Piazza Maggiore en bekijken de torens: Garisenda en Asinelli.
Na ons bezoek aan Bologna rijden we naar Abano Terme waar we zullen logeren in hotel Alexander Palace, een luxieus ex-hotel voor Fiat werknemers.
Abano Terme is een plaatsje met circa 19.000 inwoners en ligt een paar kilometer ten zuiden van Padua.
terug naar het begin
Verona en Lago di Garda
Vandaag is het slecht weer. De reisleidster besluit het programma om te gooien en niet naar Venetië te gaan (daar staat anderhalve meter water op het San Marco plein) maar naar Verona en het Lago di Garda.
Als we in Verona aankomen is het droog.
Verona is de hoofdstad van gelijknamige provincie Verona in de regio Veneto. De stad ligt ten oosten van Milaan en ten westen van Venetië en Padua. Verona telt ongeveer 250.000 inwoners.
Al in de Romeinse tijd was de stad belangrijk, mogelijk stond zij eerder al onder Etruskische invloed. De Romeinen gebruikten Verona als uitvalsbasis voor hun veldtochten naar het noorden over de Alpen. Na Rome heeft Verona de meeste bouwwerken uit de Romeinse periode. In 1239 overstroomde de stad, waarna zij herbouwd werd.
We bekijken het Romeinse amfitheater uit de eerste eeuw na Chr. De Arena is het op twee na grootste amfitheater in de wereld; alleen het Colosseum In Rome en het amfitheater in Capua zijn groter. Het heeft een uitstekende akoestiek, die per ongeluk ontdekt werd in 1913 toen een operazanger wilde oefenen op zijn rol als Radames in Aïda. Sindsdien wordt elk jaar in de zomer het Operafestival Verona gehouden. De arena biedt plaats aan ongeveer 20.000 toeschouwers.
Ook zien we de basiliek van Dan Zeno, die bijzonder is omdat deze nog de oorspronkelijke deuren uit 1037 heeft. Verder bevat deze basiliek fresco’s uit de 13de en 14de eeuw. We lopen naar Het Casa de Giuliette: Shakespeares Romeo en Julia speelt zich af in Verona. Hoewel hij zelf de stad nooit bezocht heeft, heeft hij haar veel bekendheid gegeven met dit werk. Het personage van Julia is gekoppeld aan een echte vrouw, die in de Via Capello heeft gewoond. Haar huis staat er nog, maar het balkonnetje is er in de jaren ’30 aan vast gebouwd. Op de binnenplaats staat een bronzen beeld van de jonge dame. Een legende wil dat wie haar rechterborst beroert, geluk in de liefde zal vinden. In tegenstelling tor de rest van het oude beeld, is deze borst glanzend.
Tenslotte zien we kasteel en brug van Scaligero.
Als we Verona verlaten en naar het Lago di Garda rijden begint het weer te regenen en dat blijft het doen tot na de lunch in Sirmione.
Het Lago di Garda is het grootste meer van Italië. Het heeft een omtrek van 158,4 km. Het landschap heeft een schilderachtig karakter door het diepblauwe water, de oleanders, de citroenbomen en de cipressen.
Het Lago di Garda was vooral in de jaren ’70 en ’80 door toedoen van onder andere industrieel en toeristisch afval en andere zaken ernstig vervuild. Mede door bedreiging van het toerisme en grootschalige milieuacties is het water schoner en gezonder.
Veel beroemheden hebben of hadden een villa op de langtong van Sirmione: onder andere Maria Callas. In het oostelijk deel van Sirmione loopt een pad langs kolkende zwavelbronnen.
Na het diner in het hotel maken we nog een wandeling door het verlichte Padua, dat er sprookjesachtig uit ziet. Vooral het Prato della Valle ziet er schitterend uit en is een van de mooiste pleinen van Italië.
terug naar het begin
Venetië
Vandaag ziet het weer er goed uit en gaan we naar Venetië.
We gaan met de trein.
Venetië is een stad in het noordoosten van Italië, ten oosten van Verona, ten westen van Triëst en ten noordoosten van Bologna. Het ligt aan de noordwest oever van de Adriatische zee. Het is de hoofdstad van de regio Veneto en van de provincie Venetië en heeft een belangrijke rol gespeeld in de wereldgeschiedenis.
Er wonen ongeveer 275.000 mensen. Hiervan wonen er circa 65.000 in de eigenlijke stad op de eilanden en circa 35.000 op andere eilanden, die tot de gemeente behoren.
Venetië ligt op een groep kleine eilanden midden in de Laguna Venetia, die al in de tijd van het Romeinse rijk Venetia werd genoemd. Er woonden al eeuwen mensen, maar de eerste grotere nederzettingen kwamen er pas als gevolg van de toestroom van vluchtelingen na de invallen van Atilla de Hun rond 453 en van de Longobarden in 568.
Pas in de 9de eeuw was er sprake van een stad als echte eenheid, wat kwam door de gemeenschappelijke vijanden en door de bouw van meer bruggen tussen de eilandjes en tevens doordat de stad een beschermheilige kreeg. In 828 werd de heilige Marcus van Alexandrië, die wordt geïdentificeerd met de schrijver van het evangelie van Marcus, begraven op de plek waar zich nu de Basilica di San Marco bevindt.
In de 12de eeuw werd de stadstaat Venetië een steeds grotere economische bedreiging voor de concurrerende steden Genua en Pisa en tevens machtiger ten opzichte van Byzantium.
De 18de eeuw was de laatste eeuw waarin de stad onafhankelijk was, maar wordt wel gezien als de meest fascinerende van zijn bestaan. Gedurende deze tijd werd de stad misschien wel de meest elegante en verfijnde stad van Europa en had het grote invloed op kunst, architectuur en literatuur.
Op 12 mei 1797 veroverde Napoleon de stad, waardoor Venetië na meer dan duizend jaar zijn onafhankelijkheid verloor, maar al op 12 oktober van hetzelfde jaar tekende hij het Verdrag van Campo Formio, weermee de stad onderdeel werd van het door de Oostenrijkers gecontroleerde koninkrijk Lombardije-Venetië.
Vanaf het station gaan we met de Vaporetto (busboot) naar het San Marco plein. Als we dit plein bekeken hebben, maken we rondwandeling langs grachtjes, bruggen en fraaie pleinen. Daarna maken we een gondeltocht door de grachtjes.
Na deze gondeltocht gaan we op een pleintje de lunch gebruiken. Tijdens de lunch verandert het weer en begint het te regenen, onweren en hagelen. Na een uurtje is het weer droog.
Tijdens deze regen bezoeken we de Basilica di San Marco. Deze kerk dateert uit 1060. Het gebouw bevat onder andere Romaans beeldhouwwerk, mozaïeken , bronzen beelden en een van edelstenen voorzien altaarstuk. Vooral de vloermozaïeken zijn bijzonder fraai.
Hierna wandelen we nog wat door de stad, waarbij we onder andere Het Palazzo Dyucale bekijken (dit paleis stamt uit de 9de eeuw en deed niet alleen dienst als woning van de doge, maar ook als gerechtshof en als stadhuis), het Piazza San Marco (het enige plein dat piazzo heet. Een plein in Venetië heet campo. Op het plein staat sinds de 12de eeuw, de klokkentoren van de basiliek van San Marco). De Brug der Zuchten, De Rialtobrug en de Ponte dell’Accademia.
En ten slotte wandelen we met de groep weer terug naar het station Venezia Santa Lucia naar Abano Terme.
terug naar het begin
Venetië lagune
Vandaag gaan we opnieuw naar Venetië. Dit keer voor een vaartocht over de Lagune en een bezoek aan twee eilanden.
Venetië bestaat uit meer dan honderd eilanden. In het centrum fungeren de beroemde kanalen als wegen. Behalve een spoorlijn, is er slechts één autoweg vanaf het vaste land; in de stad zelf zijn geen auto’s.
De stad heeft vaak, vooral tussen november en februari, te kampen met overstromingen vanuit de Adriatische zee. Vanwege de drassige grond zijn de gebouwen in Venetië gebouwd op palen, net als in Amsterdam.
In de 20ste eeuw leidde het wegpompen van grondwater onder de stad ten behoeve van de chemische industrie tot aanzienlijke bodemdalingen, reden waarom dit in de jaren zestig werd verboden. Vergeleken met 100 jaar geleden is het gemiddelde waterpeil 23 centimeter hoger geworden. Om verdere overstromingen te voorkomen, werd in 2003 begonnen met de bouw van een stormvloedkering, die de lagune bij hoog water moet afsluiten.
In de lagune liggen de volgende eilanden: Murano, Torcello, Burano, Lido, Giudecca, San Giorgio Maggiore en Pellestrina.
Wij bezoeken eerst Murona. Daar leggen we aan bij een glasblazerij, waar we een korte demonstratie krijgen en vervolgens door de winkel worden geleid met de bedoeling om glaswerk te kopen. Erg toeristisch!!
Hier na varen we naar Burano. Onderweg hier naar toe, krijgen we een heerlijke lunch door de reisleidster aangeboden.
Burano heeft veel kleurrijke huizen en is een lust voor het oog. Erg mooi om te zien.
Terug bij de parkeerplaats rijden we via de rivier de Brenta (de vecht van Noord-Italië) terug naar ons hotel. Langs deze rivier liggen fraaie oude villa’s.
We stoppen even bij de villa Nazionale in Stra: Villa Pisiani, waar ooit Hitler en Mussuloni elkaar ontmoetten.
Na het eten zitten we met het gehele reisgezelschap nog een tijdje in de bar tegenover het hotel.
terug naar het begin
Padua
Vandaag onze laatste dag van de Italië-reis.
Voor we naar het vliegveld in Treviso gaan, bezoeken we opnieuw Padua.
Padua is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Padua.
De stad heeft een zeer lange geschiedenis, beginnend met de mythische stichting door de Trojaan Athenor.
Padua, het Romeinse Patavium, werd tijdens de Volksverhuizingen achtereenvolgens verwoest door de Visigoten (409 na Chr,), de Hunnen (452), de Ostrogoten (543) en de Longobarden (610). In de Middeleeuwen behoorde de stad tot het Duitse Heilige Roomse Rijk, doch zij was in de 12de eeuw al een vrije stad.
In 1174 werd Padua verwoest door een grote brand, waarna de stad bijna in zijn geheel werd herbouw. Van grote betekenis voor de stad was de stichting van de universiteit (1222), die als de bakermat van het humanisme kan worden beschouwd. In 1545 werd hier de Orto Botanico di Padova gesticht, de oudste botanische tuin van Europa. Galileo Galilei bekleedde er een hoogleraarschap van 1590 tot 1610.
Padua is de sterfplaats van de heilige Antonius Van Padua (1231). De basiliek van Padua is dan ook naar hem genoemd.
In 1405 werd Padua door de Republiek Venetië veroverd. Met Venetië werd de stad in 1797 aan Oostenrijk afgestaan. In 1866 kwam zij definitief bij Italië.
We bezichtigen de basiliek en zien de graftombe van de heilige Antonius. Na het bezoek aan de basiliek wandelen we nog wat in de stad rond en zien onder andere de Kerk van Eremitani en opnieuw het prachtige Prato della Valle.
Op het vliegveld van Treviso gebruiken we de lunch. We vliegen om 15.20 uur terug naar Nederland. Om 17.15 uur landen we op Schiphol. Bij het meeting-point behoeven we maar 10 minuten op onze taxi te wachten, zodat we al om kwart voor zeven weer thuis zijn.
terug naar het begin